Bombardementsslachtoffer Deken TH.J.van Wijk

Uit Mededelingen jaargang 7, 1982, nr. 6

vanwijkxPastoor-deken Theodorus Johannes van Wijk, staande vóór de ingang van de pastorie aan de Langekerkstraat, in de kelder waarvan hij op 2 oktober 1944 zwaar werd gewond.
(Van de 11 personen, die in die kelder onder de keuken een schuilplaats hadden gezocht, werden 9 op slag gedood; deken Van Wijk werd zwaar gewond en slechts de doofstomme schoenmaker Th.Neijenhuis overleefde de bominslag.)
's Avonds rond 22 uur stierf de 60-jarige deken, die verzorgd werd door de Rode Kruis-verpleegsters Riet Tonk en Mimi Rijsemus (nu mevr. H. Dicker-R ijsemus) , aan zijn verwondingen in het Dominicanenklooster, dat als centraal noodhospitaal was ingericht.
Hij werd op 3 oktober, 's namiddags om 17.30 uur, voorlopig begraven nabij de grafkelder van het klooster naast de ook in de pastoriekelder omgekomen pater, prof. dr. J.H.H.Sassen O.P.
De noodlijkkist, waarin de deken werd begraven, was door J.W. de Koning vervaardigd van blauw gekleurde, met sterren beschilderde planken, afkomstig uit het beschadigde plafond van de kloosterkapel.
Op 2 oktober 1945 werd de deken plechtig herbegraven in het massagraf. De lijkrede werd daarbij gehouden door kapelaan G.J.Terpstra.
Deze zei o.a. : "Twee oktober 1944 stonden wij bij de gevallen deken. En toen heb ik bij mijzelf gedacht: alles, alles wat deze priester uiterlijk tot stand heeft gebracht, is totaal met hem verwoest... "

(Foto : HKH/Coll.: B.Brons)

In "Mededelingen jaargang 8, 1983, nr.1 stond nog een aanvulling op bovenstaand artikel.

Rond het overlijden van Deken v. Wijk
Naar aanleiding van de bijzonderheden, welke wij in het vorige nummer op p.206 vermeldden rond het overlijden van deken Th.J.van Wijk, die aan de zware verwondingen tengevolge van het bombardement van 2 oktober 1944 bezweek in een cel van het Dominicanenklooster, ontvingen wij een tweetal aanvullende reacties.
De eerste was van ons lid, mevrouw Ans Wolters-Hoff te Groesbeek, die destijds eveneens als Rode-Kruis-helpster in het centraal noodhospitaal (Dominicanenklooster) werkzaam was. Zij moest alléén bij de zwaargewonde waken vanaf het moment, dat de deken in de kloostercel werd binnengebracht totdat zij in de late namiddaguren door de helpsters Mimi Rijsernus (mevr.M.Dicker-Rijsernus) en Riet Tonk (+) werd afgelost.
Onderwijl kwamen regelmatig doktoren en anderen de cel binnen. De deken, overdekt met steengruis, roet en stof, was vrijwel de gehele tijd buiten bewustzijn. Als hij even bij kennis kwam, stamelde hij soms enkele onverstaanbare woorden, maar reageerde b.v. bevestigend -moeizaam met een hoofdknik- toen de RodeKruis-helpster hem vroeg of hij wist wie zij was. Hij pakte af en toe haar arm vast en kwam dan iets overeind. Mevro Wolters-Hoff herinnerde er nog aan, dat in dezelfde kloostercel, waar de deken in de avond van de 2e oktober 1944 stierf, op vier oktober, 's middags rond 16.30 uur, voor het eerst in de geschiedenis van het Dominicanenklooster, een kind in het convent werd geboren nl. van de echtelieden G.Kersten (toen brandweerman) en C.Kersten-Bos (l).
Een tweede reactie eveneens een aanvull ing ontvingen wij van ons lid, de heer J.A.C.Zweers (Sr.). Hij vertelde, dat hij na het bombardement op weg ging van het ouderlijk huis in de (Korte) Loostraat naar zijn pand in de Hefmichstraat/hoek Achter de Gracht (dat hij thans bewoont) om te zien of en in hoeverre dat was getroffen.
Hij passeerde daarbij de door een bom getroffen pastorie aan de Lange Kerkstraat. Op dat moment was de deken reeds uit de kelder gehaald en op een provisorische rijdende brancard gelegd, die moeizaam werd voortgeduwd door pater Bernard Eerden. Aangezien de pater temidden van het puin in de Langekerkstraat en de Vierakkerstraat vrijwel niet vooruit kon komen met zijn last, hielp de heer Zweers hem de brancard te dragen.
Hij was daarmee behulpzaam tot aan de Kloosterlaan, van waaraf pater Eerden ongehinderd zijn weg kon vervolgen naar het klooster.
Toen de heer Zweers pater Eerden vergezelde, was de deken eveneens buiten bewustzijn.

1) Daarna werden nog 7 kinderen in het klooster geboren, op 8, 9, 10 (2), 11, 12 en 15 oktober 1944.