Bijnamen in Huissen deel 1 (Mededelingen jaargang 41, 2016, nr 5)
Door Joop Brons
In Huissen ligt een schat aan bijnamen verborgen. Namen die door sommigen als geuzennamen worden gezien, maar door anderen als scheldnamen worden ervaren. Natuurlijk klopt dat laatste een enkele maal, zeker wanneer het gaat om ‘Brillewieps’ of Rooie. Maar in de meeste gevallen zijn de bijnamen een pure noodzaak om de ene Jansen van de andere te kunnen onderscheiden. En ook als er genoeg Hendriksen rondlopen dan is een dergelijke toevoeging broodnodig. Langzaam maar zeker dreigen die namen echter uit het collectieve geheugen te verdwijnen. Zeker waar het gaat om de oorsprong of de achtergrond van zo’n bijnaam. Daarom in Mededelingen een serie(tje) over dit verschijnsel. Bijnamen zijn op bruiloften en partijen een tijd bron van vermaak geweest aan de hand van een veertig verzen strofen gedicht, waarvan de eerste zeven als volgt luiden:
Toen ik voor het eerst in Huissen kwam
wist ik van het plaatsje nog niets van
maar na een maand of twee drie vier
toen kende ik veel mensen hier.
De mensen hadden natuurlijk een naam
zo zal het op de hele wereld wel gaan
maar wat ik weldra ondervond
dat hier de bijnaam ook bestond.
De een heet zus, de ander zo
de een is lelijk de ander is mooi
maar door het vragen hier en daar
kreeg ik veel namen bij elkaar.
En is er iemand op dit feest
die een of andere bijnaam heeft
hij word heus om dit vers niet kwaad
dan heb ik liever dat hij gaat.
Zo heb ik hier een olifant
van hem is de vlooi een bloedverwant
de gans, de kraai, de rat en de muis
die horen ook in Huissen thuis.
Een stekelvarken is ook hier
de boer, de uuver en de stier
de pad, de kikker en de slak
de een is wild de ander mak.
De aap de klophengst en de os
die lopen samen in Huissen los
het keuje, het schaap, de bok en de geit
de bukkum in grote meerderheid.
In 1983 werd tijdens carnaval op Sancta Maria een foto gemaakt, waarop liefst negen personen met de naam Jans(s)en staan. Ze houden allemaal een bordje omhoog met de naam, waarmee ze werden aangesproken. Op de achterste rij staan Berta Janssen (van de Deftige Bakker, zie ook verder in dit artikel), Grad Jansen van het Wapen (Wapen van Huissen), Jansen de Stop, (gewone) Friedje Janssen, de vrouw van hannes Janssen, Jansen d’n Angel, mevrouw Jansen Dreugstal, mevrouw Kersten-Janssen en mevrouw Scholten-Jansen. Nu al is nauwelijks te achterhalen of het Jansen of Janssen is.
Bertha Janssen gebruikte voor de foto het bord De Deftige Bakker. In feite stond de familie bekend als de Rieke Bakker. Haar kleinzoon Emile Smit, die de foto in zijn archief heeft, zegt dat de naam meer te maken had met de air die zijn grootvader zich aanmatigde dan met de feitelijke situatie. “Mijn moeder vertelde, dat ze eens als kind schaatste met een dochter van Helmich en een meisje hoorde zeggen: “Dat is de dochter van de burgemeester met de dochter van de rieke bakker”. Waaraan mijn moeder dan toevoegde: jaja, de rieke bakker, die geen cent had,” aldus Smit. Bakker Antoon Janssen had een zekere status in Huissen, omdat hij voorzitter was van de RK Volksbond, Carrouselvereniging Juliana en de Middenstandsvereniging.
Op Huusses Erfgoed, een pagina van Facebook, wordt ook gespeurd naar de herkomst van bijnamen. Een nog steeds gebruikte naam is De Mop voor de familie Van Wissen. Op de foto is Sjaak van Wissen te zien voor zijn kapperswinkel op het Zand. Zijn bijnaam De Mop dankt hij volgens hem aan zijn vader. Pa van Wissen was de jongste en de kleinste van het gezin en werd daarom liefkozend ’t Möpke van de familie genoemd. Z’n zoon erfde de titel.
Soms lijkt het ver zoeken naar de herkomst van bijnamen, terwijl de uitkomst zo voor de hand ligt. Neem Christina Kelderman. Ze werd 92 jaar, woonde in de Walstraat, was getrouwd met Willem Rutjes en overleed in 1965. In Huissen was ze bekend als Kaot de Haon. Waarom? De oplossing is simpel. Haar moeder heette Wilhelmina de Haan. Maar in een plaats waar Bokken, Geiten en Krääien heel gebruikelijke bijnamen waren, werd ook De Haan niet meteen herkend als een eigennaam.
De Schipper is een naam die nog volop leeft in Huissen. Op de foto staat onder Wim Demon afgebeeld die ook Schipper of Schippertje werd genoemd. De naam kwam enkele jaren geleden nog eens extra in de schijnwerpers toen Remon Evers als prins Remon van de Schipper in Huissen prins carnaval was. Om de foto nog meer te verduidelijken: links bij zijn vrachtwagen staat Jan Schut. Hij vervoert wilgentenen (‘weeje’) die onder andere werden gebruikt voor het mandenmaken. Verschillende bronnen binnen de familie Demon bevestigen dat de naam de Schipper is ontstaan omdat de vader van de afgebeelde Wim het stellige voornemen had een schip te kopen of aan te monsteren voor de grote vaart. Het plan is nooit uitgevoerd, maar de familie dankt er wel de bijnaam aan. Smakelijke bijzonderheidje: de meeste Huissense Schippers zijn snel zeeziek.
Waar komt de naam De Hes vandaan, zoals Wim Hendriks, hier afgebeeld in de Walsstraat. Hans Wismans: De man op de foto is de opa van moederskant. Zijn vader was koopman en barbier. Als koopman kocht hij goederen in Hessenland in Duitsland. Zo is die naam ontstaan.” Hij noemt ook nog dat Wilhelmus Jaconus Hendriks op de foto sporenslechter was, een stratenhersteller in dienst van de gemeente Huissen. Hij kwam uit een groot gezien en was ook lid van de brandweer en van de harmonie.
De uitbater van het afgebeelde cafe De Poort van Kleef was Wim Gerritsen, vooral bekend onder zijn bijnaam ’t Vèst. Niet verwonderlijk dat ook de kroeg aan de Van Voorststraat vaak zo werd genoemd. Blijft de vraag: Hoe kwam die man aan zijn bijnaam? Familielid Henk Gerritsen noemt als verklaring de vesten die hij altijd droeg. En voegt eraan toe: ”En als het laat genoeg was. Kreeg je geen drank meer en ging hij de asbakken schoon maken en maakte hij langzaam de lichten uit. Vaste sluitingstijden daar deed oom Wim niet aan.”
In een volgende aflevering meer bijnamen. Wie meer weet over de herkomst van Huissense bijnamen, kan z’n verhaal altijd kwijt via